Vertaling van overgeven

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
overgeven, aangeven, toereiken, overbrengen, afdragen, aanreiken {ww.}
overgeven
aangeven
toereiken
overbrengen
afdragen
aanreiken {ww.}

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

Ik moest overgeven.
Ik moest overgeven.
Liefde overwint alles (laten wij ons ook overgeven)
Liefde overwint alles (laten wij ons ook overgeven)
overgeven, braken, vomeren, spugen, kotsen {ww.}
overgeven
braken
vomeren
spugen
kotsen {ww.}

ik zal braken
jij zult braken
hij/zij/het zal braken

ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.
overgeven, zwichten, platgaan, cederen, capituleren, bezwijken {ww.}
overgeven
zwichten
platgaan
cederen
capituleren
bezwijken {ww.}

ik zal bezwijken
jij zult bezwijken
hij/zij/het zal bezwijken

ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

overgeven {ww.}
overgeven {ww.}

ik zal overgeven
ik zou overgeven
jij zult overgeven

ik zal overgeven
ik zou overgeven
jij zult overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

overgeven, spuwen, braken, spugen, vomeren, kotsen {ww.}
overgeven
spuwen
braken
spugen
vomeren
kotsen {ww.}

ik zal braken
jij zult braken
hij/zij/het zal braken

ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
overgeven, capituleren {ww.}
overgeven
capituleren {ww.}

ik zal capituleren
jij zult capituleren
hij/zij/het zal capituleren

ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

overgeven, overdelen {ww.}
overgeven
overdelen {ww.}

ik zal overdelen
ik zou overdelen
jij zult overdelen

ik zal overgeven
ik zou overgeven
jij zult overgeven
» meer vervoegingen van overgeven

laten, overgeven, overlaten {ww.}
laten
overgeven
overlaten {ww.}

ik zal laten
ik zou laten
jij zult laten

ik zal laten
ik zou laten
jij zult laten
» meer vervoegingen van laten

Laten we haar alleen laten.
Laten we haar alleen laten.
Laten we het daarbij laten voor nu.
Laten we het daarbij laten voor nu.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik moest overgeven.

Ik moest overgeven.

Liefde overwint alles (laten wij ons ook overgeven)

Liefde overwint alles (laten wij ons ook overgeven)