Vertaling van stol

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stol [m] (de ~), stoet [m] (de ~) {zn.}
stol [m] (de ~)
stoet [m] (de ~) {zn.}
stremmen, stollen {ww.}
stremmen
stollen {ww.}

ik stol
jij stolt
hij/zij/het stolt

ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen

stollen, klonteren {ww.}
stollen
klonteren {ww.}

hij/zij/het klontert
zij klonteren
ik stol

hij/zij/het stolt
zij stollen
ik stol
» meer vervoegingen van stollen

opstijven, stollen, indikken {ww.}
opstijven
stollen
indikken {ww.}

ik dik in
jij dikt in
hij/zij/het dikt in

ik stijf op
jij stijft op
hij/zij/het stijft op
» meer vervoegingen van opstijven

verdikken, stollen {ww.}
verdikken
stollen {ww.}

ik stol
jij stolt
hij/zij/het stolt

ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
» meer vervoegingen van verdikken

Je zal verdikken als je zoveel eet.
Je zal verdikken als je zoveel eet.


Gerelateerd aan stol

stoet - stremmen - stollen - klonteren - opstijven - indikken - verdikkenmik - veranderen