Vertaling van toebrengen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
geven, aangeven, verlenen, toekennen, toebrengen, opbrengen {ww.}
geven
aangeven
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen {ww.}
aangeven
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen {ww.}
ik zal aangeven
ik zou aangeven
jij zult aangeven
ik zal geven
ik zou geven
jij zult geven
» meer vervoegingen van geven
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Koeien geven melk.
Koeien geven melk.
toebrengen, aandoen, berokkenen {ww.}
toebrengen
aandoen
berokkenen {ww.}
aandoen
berokkenen {ww.}
ik zal aandoen
jij zult aandoen
hij/zij/het zal aandoen
ik zal toebrengen
jij zult toebrengen
hij/zij/het zal toebrengen
» meer vervoegingen van toebrengen