Vertaling van toneel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
toneel [o], scène, tafereel, tableau {zn.}
toneel [o]
scène
tafereel
tableau {zn.}
Ze lieten de scène vertraagd zien.
Ze lieten de scène vertraagd zien.
Wat heeft John op het toneel gezongen?
Wat heeft John op het toneel gezongen?
toneel [o], schouwtoneel {zn.}
toneel [o]
schouwtoneel {zn.}
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
theater [o], toneel [o], toneelwezen [o], schouwburg [m] {zn.}
theater [o]
toneel [o]
toneelwezen [o]
schouwburg [m] {zn.}
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Er was een groot publiek in het theater.
Er was een groot publiek in het theater.
theater [o] (het ~), toneel, circus [m] (de/het ~), onnatuurlijkheid [v], toneelspel, poppenkasterij, kunstenmakerij, komediespel, komedie [v] (de ~), aanstelleritis [v] (de ~), aanstellerij [v] (de ~) {zn.}
theater [o] (het ~)
toneel
circus [m] (de/het ~)
onnatuurlijkheid [v]
toneelspel
poppenkasterij
kunstenmakerij
komediespel
komedie [v] (de ~)
aanstelleritis [v] (de ~)
aanstellerij [v] (de ~) {zn.}
Zoudt ge vanavond naar het theater willen gaan?
Zoudt ge vanavond naar het theater willen gaan?
toneel, achtergrond [m] (de ~), background {zn.}
toneel
achtergrond [m] (de ~)
background {zn.}
Hier is mijn vlag voor Nynorsk. Aangezien de ideologie van het Nynorsk gebaseerd is op maximale afwijking van het Deens, wordt de Deense achtergrond van de vlag vervangen…
Hier is mijn vlag voor Nynorsk. Aangezien de ideologie van het Nynorsk gebaseerd is op maximale afwijking van het Deens, wordt de Deense achtergrond van de vlag vervangen…
Als iemand die je achtergrond niet kent zegt dat je klinkt als een moedertaalspreker betekent dat dat diegene waarschijnlijk iets in je spreken opgemerkt heeft dat hem…
Als iemand die je achtergrond niet kent zegt dat je klinkt als een moedertaalspreker betekent dat dat diegene waarschijnlijk iets in je spreken opgemerkt heeft dat hem…
toneel [o] (het ~), tableau, toneeltje, tafereel [o] (het ~), kijkspel, schouwspel [o] (het ~) {zn.}
toneel [o] (het ~)
tableau
toneeltje
tafereel [o] (het ~)
kijkspel
schouwspel [o] (het ~) {zn.}
podium, scène [m] (de ~), toneel [o] (het ~), bühne [m] (de ~) {zn.}
podium
scène [m] (de ~)
toneel [o] (het ~)
bühne [m] (de ~) {zn.}
Hij staat op het podium.
Hij staat op het podium.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
scène [m] (de ~), toneel [o] (het ~) {zn.}
scène [m] (de ~)
toneel [o] (het ~) {zn.}
toneelkunst [v] (de ~), dramatiek [v] (de ~), theater [o] (het ~), toneel [o] (het ~), drama [v] (het ~) {zn.}
toneelkunst [v] (de ~)
dramatiek [v] (de ~)
theater [o] (het ~)
toneel [o] (het ~)
drama [v] (het ~) {zn.}
toneelspelen, acteren, spelen {ww.}
toneelspelen
acteren
spelen {ww.}

ik acteer
ik acteerde
jij acteert

ik speel toneel
ik speelde toneel
jij speelt toneel
» meer vervoegingen van toneelspelen

aanstellen, komediespelen, acteren, toneelspelen {ww.}
aanstellen
komediespelen
acteren
toneelspelen {ww.}

ik stel aan
ik stelde aan
jij stelt aan

ik stel aan
ik stelde aan
jij stelt aan
» meer vervoegingen van aanstellen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Wat heeft John op het toneel gezongen?

Wat heeft John op het toneel gezongen?

Ik werd zenuwachtig op het toneel.

Ik werd zenuwachtig op het toneel.