Vertaling van uitzoeken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
uitzoeken, sorteren {ww.}
uitzoeken
sorteren {ww.}

ik zal sorteren
ik zou sorteren
jij zult sorteren

ik zal uitzoeken
ik zou uitzoeken
jij zult uitzoeken
» meer vervoegingen van uitzoeken

uitzoeken, sorteren {ww.}
uitzoeken
sorteren {ww.}

ik zal sorteren
ik zou sorteren
jij zult sorteren

ik zal uitzoeken
ik zou uitzoeken
jij zult uitzoeken
» meer vervoegingen van uitzoeken

uitzoeken {ww.}
uitzoeken {ww.}

ik zal uitzoeken
ik zou uitzoeken
jij zult uitzoeken

ik zal uitzoeken
ik zou uitzoeken
jij zult uitzoeken
» meer vervoegingen van uitzoeken

onderzoeken, vorsen, uitzoeken, uitvissen, nagaan, exploreren {ww.}
onderzoeken
vorsen
uitzoeken
uitvissen
nagaan
exploreren {ww.}

ik zal exploreren
ik zou exploreren
jij zult exploreren

ik zal onderzoeken
ik zou onderzoeken
jij zult onderzoeken
» meer vervoegingen van onderzoeken

Ik moet je onderzoeken.
Ik moet je onderzoeken.
Zij gaan de zaak onderzoeken.
Zij gaan de zaak onderzoeken.
kiezen, uitzoeken, verkiezen, uitpikken, uitlezen, uitkiezen {ww.}
kiezen
uitzoeken
verkiezen
uitpikken
uitlezen
uitkiezen {ww.}

ik zal kiezen
ik zou kiezen
jij zult kiezen

ik zal kiezen
ik zou kiezen
jij zult kiezen
» meer vervoegingen van kiezen

Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
uitvorsen, vorsen, uitvlooien, uitvogelen, uitpuzzelen, uitvissen, uitplussen, uitdokteren, navlooien, napluizen, uitzoeken {ww.}
uitvorsen
vorsen
uitvlooien
uitvogelen
uitpuzzelen
uitvissen
uitplussen
uitdokteren
navlooien
napluizen
uitzoeken {ww.}

ik zal napluizen
ik zou napluizen
jij zult napluizen

ik zal uitvorsen
ik zou uitvorsen
jij zult uitvorsen
» meer vervoegingen van uitvorsen