Vertaling van kiezen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kiezen, stemmen, balloteren {ww.}
kiezen
stemmen
balloteren {ww.}

ik balloteer
jij balloteert
hij/zij/het balloteert

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen

Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
kiezen, uitzoeken, verkiezen, uitpikken, uitlezen, uitkiezen {ww.}
kiezen
uitzoeken
verkiezen
uitpikken
uitlezen
uitkiezen {ww.}

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen

Dichters kiezen de beste woorden.
Dichters kiezen de beste woorden.
U kunt kiezen welke je wilt.
U kunt kiezen welke je wilt.
kiezen, verkiezen {ww.}
kiezen
verkiezen {ww.}

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen

Ik moet kiezen tussen die twee.
Ik moet kiezen tussen die twee.
kiezen, stemmen {ww.}
kiezen
stemmen {ww.}

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen

Voor wie ga je stemmen?
Voor wie ga je stemmen?
kiezen, opteren, prefereren, verkiezen {ww.}
kiezen
opteren
prefereren
verkiezen {ww.}

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest

ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen

fijngevoelig, kies (mv. kiezen) {bn.}
fijngevoelig
kies (mv. kiezen) {bn.}
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies (mv. kiezen), kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
delicaat
fijn
gevoelig
iel
kies (mv. kiezen)
kieskeurig
tactvol
teder
teer {bn.}
kies (mv. kiezen) [v] {zn.}
kies (mv. kiezen) [v] {zn.}
Kies één van deze prijzen.
Kies één van deze prijzen.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
kies [m] (de ~) {zn.}
kies [m] (de ~) {zn.}
Kies een jurk die jullie bevalt.
Kies een jurk die jullie bevalt.
Kies gewoon drie boeken uit, maakt niet uit welke.
Kies gewoon drie boeken uit, maakt niet uit welke.
kies (mv. kiezen), discreet, tactvol {bn.}
kies (mv. kiezen)
discreet
tactvol {bn.}
kies (mv. kiezen) {zn.}
kies (mv. kiezen) {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Je kon niet kiezen.

Je kon niet kiezen.

Je kon niet kiezen.

Je kon niet kiezen.

Dichters kiezen de beste woorden.

Dichters kiezen de beste woorden.

U kunt kiezen welke je wilt.

U kunt kiezen welke je wilt.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Je mag kiezen welke je wilt

Je mag kiezen welke je wilt

Ik moest kiezen tussen die twee.

Ik moest kiezen tussen die twee.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.

Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.