Vertaling van kiezen
stemmen
balloteren {ww.}
ik balloteer
jij balloteert
hij/zij/het balloteert
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen
uitzoeken
verkiezen
uitpikken
uitlezen
uitkiezen {ww.}
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen
verkiezen {ww.}
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen
stemmen {ww.}
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen
opteren
prefereren
verkiezen {ww.}
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
ik kies
jij kiest
hij/zij/het kiest
» meer vervoegingen van kiezen
kies (mv. kiezen) {bn.}
fijn
gevoelig
iel
kies (mv. kiezen)
kieskeurig
tactvol
teder
teer {bn.}
discreet
tactvol {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Je kon niet kiezen.
Dichters kiezen de beste woorden.
Dichters kiezen de beste woorden.
U kunt kiezen welke je wilt.
U kunt kiezen welke je wilt.
Ik moet kiezen tussen die twee.
Ik moet kiezen tussen die twee.
Je mag kiezen welke je wilt
Je mag kiezen welke je wilt
Ik moest kiezen tussen die twee.
Ik moest kiezen tussen die twee.
Ik moet kiezen tussen die twee.
Ik moet kiezen tussen die twee.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.