Vertaling van verdelen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verdelen, distribueren {ww.}
verdelen
distribueren {ww.}

ik distribueer
jij distribueert
hij/zij/het distribueert

ik verdeel
jij verdeelt
hij/zij/het verdeelt
» meer vervoegingen van verdelen

verdelen, indelen {ww.}
verdelen
indelen {ww.}

ik deel in
jij deelt in
hij/zij/het deelt in

ik verdeel
jij verdeelt
hij/zij/het verdeelt
» meer vervoegingen van verdelen

delen, verdelen, opsplitsen, splitsen, afbreken {ww.}
delen
verdelen
opsplitsen
splitsen
afbreken {ww.}

ik breek af
jij breekt af
hij/zij/het breekt af

ik deel
jij deelt
hij/zij/het deelt
» meer vervoegingen van delen

Je moet je werk met anderen delen.
Je moet je werk met anderen delen.
Grote delen van de oceaan zijn vervuild.
Grote delen van de oceaan zijn vervuild.
rondbrengen, verdelen, distribueren {ww.}
rondbrengen
verdelen
distribueren {ww.}

ik distribueer
jij distribueert
hij/zij/het distribueert

ik breng rond
jij brengt rond
hij/zij/het brengt rond
» meer vervoegingen van rondbrengen

uitdelen, verdelen, uitreiken, rondgeven, ronddelen {ww.}
uitdelen
verdelen
uitreiken
rondgeven
ronddelen {ww.}

ik deel rond
jij deelt rond
hij/zij/het deelt rond

ik deel uit
jij deelt uit
hij/zij/het deelt uit
» meer vervoegingen van uitdelen

Ik zal er aan elk drie uitdelen.
Ik zal er aan elk drie uitdelen.


Gerelateerd aan verdelen

distribueren - indelen - delen - opsplitsen - splitsen - afbreken - rondbrengen - uitdelen - uitreiken - rondgeven - ronddelen