Vertaling van verdicht

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
denkbeeldig, ideëel, imaginair, verdicht {bn.}
denkbeeldig
ideëel
imaginair
verdicht {bn.}
denkbeeldig, fictief, verdicht {bn.}
denkbeeldig
fictief
verdicht {bn.}
binden, verdichten, aaneensluiten {ww.}
binden
verdichten
aaneensluiten {ww.}

ik sluit aaneen
jij sluit aaneen
hij/zij/het sluit aaneen

ik bind
jij bindt
hij/zij/het bindt
» meer vervoegingen van binden

verzinnen, verdichten {ww.}
verzinnen
verdichten {ww.}

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht

ik verzin
jij verzint
hij/zij/het verzint
» meer vervoegingen van verzinnen

Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
verdichten {ww.}
verdichten {ww.}

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht
» meer vervoegingen van verdichten

gefingeerd, fictief, fictioneel, verdicht, fantastisch {bn.}
gefingeerd
fictief
fictioneel
verdicht
fantastisch {bn.}
verdichten {ww.}
verdichten {ww.}

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht
» meer vervoegingen van verdichten

verdichten {ww.}
verdichten {ww.}

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht

ik verdicht
jij verdicht
hij/zij/het verdicht
» meer vervoegingen van verdichten