Vertaling van verdienen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verdienen, waardig zijn, waard zijn, toekomen {ww.}
verdienen
waardig zijn
waard zijn
toekomen {ww.}

ik kom toe
jij komt toe
hij/zij/het komt toe

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen

We werken om geld te verdienen.
We werken om geld te verdienen.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.
verdienen, geld verdienen {ww.}
verdienen
geld verdienen {ww.}

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen

Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
Ze willen alleen maar geld verdienen. Ze geven om niets anders.
Ze willen alleen maar geld verdienen. Ze geven om niets anders.
verdienen, met werken verkrijgen {ww.}
verdienen
met werken verkrijgen {ww.}

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen

Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?
Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?
Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.
Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.
verdienen {ww.}
verdienen {ww.}

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen

winnen, verdienen, behalen {ww.}
winnen
verdienen
behalen {ww.}

ik behaal
jij behaalt
hij/zij/het behaalt

ik win
jij wint
hij/zij/het wint
» meer vervoegingen van winnen

Welk team zal winnen?
Welk team zal winnen?
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
verdienen {ww.}
verdienen {ww.}

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient

ik verdien
jij verdient
hij/zij/het verdient
» meer vervoegingen van verdienen

betalen, verdienen {ww.}
betalen
verdienen {ww.}

ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt

ik betaal
jij betaalt
hij/zij/het betaalt
» meer vervoegingen van betalen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

We werken om geld te verdienen.

We werken om geld te verdienen.

Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.

Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.

Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.

Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.

Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?

Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?

Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.

Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.

Zijn kansen om een grote hoeveelheid geld te verdienen zijn uitstekend.

Zijn kansen om een grote hoeveelheid geld te verdienen zijn uitstekend.

Ze willen alleen maar geld verdienen. Ze geven om niets anders.

Ze willen alleen maar geld verdienen. Ze geven om niets anders.

Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.

Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.


Gerelateerd aan verdienen

waardig zijn - waard zijn - toekomen - geld verdienen - met werken verkrijgen - winnen - behalen - betalenverwerven - betamen - geven