Vertaling van vergeven

Inhoud:

Nederlands

vergeven, begenadigen {ww.}

vergeven
begenadigen {ww.}

ik begenadig
jij begenadigt
hij/zij/het begenadigt

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft
» meer vervoegingen van vergeven

Is het moeilijker te vergeven, of te vergeten?

vergeven {ww.}

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft
» meer vervoegingen van vergeven

vergeven, vergiftigen {ww.}

vergeven
vergiftigen {ww.}

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft
» meer vervoegingen van vergeven

weggeven, vergeven, wegschenken {ww.}

weggeven
vergeven
wegschenken {ww.}

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft

ik geef weg
jij geeft weg
hij/zij/het geeft weg
» meer vervoegingen van weggeven

Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.

vergeven, pardonneren {ww.}

vergeven
pardonneren {ww.}

ik pardonneer
jij pardonneert
hij/zij/het pardonneert

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft
» meer vervoegingen van vergeven

verpesten, vergeven, vergiftigen, vergallen {ww.}

verpesten
vergeven
vergiftigen
vergallen {ww.}

ik vergal
jij vergalt
hij/zij/het vergalt

ik verpest
jij verpest
hij/zij/het verpest
» meer vervoegingen van verpesten

Ik vind dat examens het onderwijs verpesten.

weggeven, vergeven, verschenken {ww.}

weggeven
vergeven
verschenken {ww.}

ik vergeef
jij vergeeft
hij/zij/het vergeeft

ik geef weg
jij geeft weg
hij/zij/het geeft weg
» meer vervoegingen van weggeven