Vertaling van verschiet
vooruitzicht
verschiet
prospect
doorkijk {zn.}
verschiet {zn.}
verschiet
toekomende tijd {zn.}
verschieten
neervallen
afvallen {ww.}
ik val af
jij valt af
hij/zij/het valt af
ik val
jij valt
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
» meer vervoegingen van verschieten
tanen
verbleken
bleek worden {ww.}
ik taan
jij taant
hij/zij/het taant
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
» meer vervoegingen van verschieten
verkleuren
verschieten {ww.}
hij/zij/het verkleurt
zij verkleuren
ik verschiet
hij/zij/het verschiet
zij verschieten
ik verschiet
» meer vervoegingen van verschieten
vervalen
verbleken {ww.}
ik verbleek
jij verbleekt
hij/zij/het verbleekt
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
» meer vervoegingen van verschieten
verbleken {ww.}
ik verbleek
jij verbleekt
hij/zij/het verbleekt
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
» meer vervoegingen van verschieten
verschieten {ww.}
ik schrik
jij schrikt
hij/zij/het schrikt
ik schrik
jij schrikt
hij/zij/het schrikt
» meer vervoegingen van schrikken
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet
» meer vervoegingen van verschieten