Vertaling van verzakken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zakken, zinken, dalen, wegzakken, verzakken {ww.}
zakken
zinken
dalen
wegzakken
verzakken {ww.}
zinken
dalen
wegzakken
verzakken {ww.}
ik daal
jij daalt
hij/zij/het daalt
ik zak
jij zakt
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken
Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.
Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.
Ik wil niet zakken voor mijn examens.
Ik wil niet zakken voor mijn examens.
wegzakken, verzakken, ineenzakken, uitzakken, doorzakken {ww.}
wegzakken
verzakken
ineenzakken
uitzakken
doorzakken {ww.}
verzakken
ineenzakken
uitzakken
doorzakken {ww.}
ik zak door
jij zakt door
hij/zij/het zakt door
ik zak weg
jij zakt weg
hij/zij/het zakt weg
» meer vervoegingen van wegzakken
schranken, uitzakken, verzakken {ww.}
schranken
uitzakken
verzakken {ww.}
uitzakken
verzakken {ww.}
ik schrank
jij schrankt
hij/zij/het schrankt
ik schrank
jij schrankt
hij/zij/het schrankt
» meer vervoegingen van schranken