Vertaling van wrikken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
wrikken {ww.}
wrikken {ww.}
ik wrik
jij wrikt
hij/zij/het wrikt
ik wrik
jij wrikt
hij/zij/het wrikt
» meer vervoegingen van wrikken
wrikken {ww.}
wrikken {ww.}
ik wrik
jij wrikt
hij/zij/het wrikt
ik wrik
jij wrikt
hij/zij/het wrikt
» meer vervoegingen van wrikken
schudden, wrikken, opschudden, schokken {ww.}
schudden
wrikken
opschudden
schokken {ww.}
wrikken
opschudden
schokken {ww.}
ik schud op
jij schudt op
hij/zij/het schudt op
ik schud
jij schudt
hij/zij/het schudt
» meer vervoegingen van schudden
Laten we handen schudden.
Laten we handen schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
ondergraven, wrikken, tornen, uithollen, ondermijnen {ww.}
ondergraven
wrikken
tornen
uithollen
ondermijnen {ww.}
wrikken
tornen
uithollen
ondermijnen {ww.}
ik ondergraaf
jij ondergraaft
hij/zij/het ondergraaft
ik ondergraaf
jij ondergraaft
hij/zij/het ondergraaft
» meer vervoegingen van ondergraven