Vertaling van opschudden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opschudden {ww.}
opschudden {ww.}
ik zal opschudden
ik zou opschudden
jij zult opschudden
ik zal opschudden
ik zou opschudden
jij zult opschudden
» meer vervoegingen van opschudden
schudden, wrikken, opschudden, schokken {ww.}
schudden
wrikken
opschudden
schokken {ww.}
wrikken
opschudden
schokken {ww.}
ik zal opschudden
ik zou opschudden
jij zult opschudden
ik zal schudden
ik zou schudden
jij zult schudden
» meer vervoegingen van schudden
Laten we handen schudden.
Laten we handen schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
opschikken, opschudden {ww.}
opschikken
opschudden {ww.}
opschudden {ww.}
ik zal opschikken
ik zou opschikken
jij zult opschikken
ik zal opschikken
ik zou opschikken
jij zult opschikken
» meer vervoegingen van opschikken