Vertaling van bedrijven

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
göra
Wat ga je vanavond doen?
Vad ska du göra ikväll?
Wat kan je nog meer doen?
Vad mer kan ni göra?
akte, document, bedrijf (mv. bedrijven) {zn.}
aktstycke
bedrijf (mv. bedrijven) [o], beroep [o], broodwinning [v], professie {zn.}
profession


Gerelateerd aan bedrijven

maken - aanmaken - doen - uitbrengen - uitrichten - uitvoeren - akte - document - bedrijf - beroep - broodwinning - professie