Vertaling van uitvoeren
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
göra
Wat ga je vanavond doen?
Vad ska du göra ikväll?
Wat kan je nog meer doen?
Vad mer kan ni göra?
spelen, uitvoeren, voorspelen {ww.}
spela
leka
leka
Het is leuk om honkbal te spelen.
Det är roligt att spela baseball.
Het is leuk om honkbal te spelen.
Det är roligt att spela baseball.
bewerkstelligen, realiseren, verwerkelijken, uitvoeren {ww.}
realisera