Vertaling van door
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
door, met, per {vz.}
per
door, uit, vanwege, voor, wegens, met, om {vz.}
på
door, doorheen, door ... heen, via {vz.}
genom
igenom
igenom
aan, sedert, sinds, van, vanaf, door, met ingang van {vz.}
alltifrån
av
efter
av
efter
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
We keken allemaal door het raam.
Vi tittade alla ut genom fönstret.
De nagel ging door de muur.
Spiken gick igenom väggen.
De jaren 1950 worden overheerst door een koude oorlog tussen Oost en West.
1950-talet karakteriseras av ett kalla krig mellan östblocket och västmakterna.