Vertaling van uit

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
uit, van, op {vz.}
från
ifrån
ut
utav
door, uit, vanwege, voor, wegens, met, om {vz.}
betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}
uttrycka


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Ik kom uit Noorwegen.

Jag kommer från Norge.

Uit welk land kom je?

Vilket land kommer du ifrån?

Je ziet er bleek uit.

Du ser blek ut.

Deze roman is vertaald uit het Engels.

Den här romanen är översatt från engelska.

Mijn kamer kijkt uit op het oosten.

Mitt rum vetter mot öst.

Ge ziet er bleek uit vandaag.

Du ser blek ut idag.

Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.

Jag har sett fram emot att få träffa dig.

Alle studenten komen uit de Verenigde Staten.

Alla eleverna kommer från USA.

Ik kijk uit naar de zomervakantie.

Jag ser fram emot sommarlovet.

De misdadiger werd uit het land gezet.

Brottslingen landsförvisades.

De bureau is gemaakt uit hout.

Skrivbordet är av trä.

Minirokjes zijn uit de mode geraakt.

Kortkorta kjolar har blivit omoderna.

Je ziet er uit als je oudere broer.

Du ser precis ut som din storebror.

Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.

Det spelar ingen roll vilket lag som vinner matchen.

Ik strekte mijn hand uit naar het boek.

Jag sträckte ut handen mot boken.


Gerelateerd aan uit

van - op - door - vanwege - voor - wegens - met - om - betuigen - opperen - uitdrukken - uiten - uitspreken - verwoorden