Vertaling van in

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
in, binnen, per, te, op {vz.}
i
aan, jegens, met, om, op, te, tot, voor, in {vz.}
aan, aangaande, betreffende, met, over, van, in {vz.}
om
över
collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}
samla
församla


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

In Europa beginnen de scholen in september.

I Europa startar skolorna i september.

Ik woon in Japan.

Jag bor i Japan.

Hij woont in Kioto.

Han bor i Kyoto.

Geloof in jezelf.

Tro på dig själv.

Ze woont in Kyoto.

Hon bor i Kyoto.

Ik ben in verwachting.

Jag är gravid.

Moeder Teresa was geboren in Joegoslavië in 1910.

Moder Teresa föddes 1910 i Jugoslavien.

Ik woon in een appartement.

Jag bor i lägenhet.

Je staat in de weg.

Du är i vägen.

Mijn broer woont in Tokio.

Min bror bor i Tokyo.

Ik ben in de auto.

Jag är i bilen.

Hij is in het ziekenhuis.

Han är på sjukhuset.

Ze liepen hand in hand.

De gick hand i hand.

Alice slaapt in mijn kamer.

Alice sover i mitt rum.

Ik ben in orde, dank je.

Jag mår bra, tack.


Gerelateerd aan in

binnen - per - te - op - aan - jegens - met - om - tot - voor - aangaande - betreffende - over - van - collecteren