Vertaling van klaar

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
klar
tydlig
hel, helder, klaar, licht {bn.}
ljus
af, afgelopen, gereed, klaar {bn.}
färdig
redo
tillreds


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Het ontbijt is klaar.

Frukosten är färdig.

Ik ben net klaar met eten.

Jag har precis ätit färdig.

Bent u nu klaar om te bestellen?

Är ni redo att beställa nu?


Gerelateerd aan klaar

duidelijk - helder - uitgesproken - zuiver - hel - licht - af - afgelopen - gereed