Vertaling van gathered

Inhoud:

Engels
Nederlands
to accumulate, to crowd, to gather, to mass {ww.}
zich opeenhopen
zich ophopen
te hoop lopen
samenrotten
samenscholen
kruien

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik kruide
jij kruide
hij/zij/het kruide
» meer vervoegingen van kruien

to amass, to heap, to pile up, to stack, to accumulate, to collect, to gather, to pile {ww.}
tassen
opeenstapelen
opstapelen
stapelen
ophopen
opeenhopen

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik taste
jij taste
hij/zij/het taste
» meer vervoegingen van tassen

to abstract, to deduce, to gather {ww.}
afleiden 
deduceren
abstraheren

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik leidde af
jij leidde af
hij/zij/het leidde af
» meer vervoegingen van afleiden

to gather, to assemble, to collect {ww.}
zich verzamelen
samenscholen
samenrotten
bijeenkomen 

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik kwam bijeen
jij kwam bijeen
hij/zij/het kwam bijeen
» meer vervoegingen van bijeenkomen

to collect, to gather, to pick up, to assemble, to raise {ww.}
verzamelen 
rapen 
plukken
oogsten
inzamelen
innen
collecteren

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik verzamelde
jij verzamelde
hij/zij/het verzamelde
» meer vervoegingen van verzamelen

You must gather further information.
Je moet meer informatie verzamelen.
They tried to collect wood from the forest.
Ze probeerden hout te verzamelen in het bos.
to abstract, to gather, to induce, to infer, to conclude, to find {ww.}
een gevolgtrekking maken
besluiten 
concluderen
afleiden 

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik besloot
jij besloot
hij/zij/het besloot
» meer vervoegingen van besluiten

to assemble, to congregate, to gather, to meet, to convene {ww.}
samenkomen
vergaderen
bijeenkomen 

I gathered
you gathered
he/she/it gathered

ik kwam samen
jij kwam samen
hij/zij/het kwam samen
» meer vervoegingen van samenkomen

Let's meet the day after tomorrow.
Laten we overmorgen samenkomen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

A crowd gathered on this street.

Een menigte verzamelde zich in deze straat.

She gathered the pieces of the broken dish.

Ze verzamelde de stukken van het gebroken bord.


Gerelateerd aan gathered

accumulate - crowd - gather - mass - amass - heap - pile up - stack - collect - pile - abstract - deduce - assemble - pick up - raise