Vertaling van lights
he/she/it lights
hij/zij/het ontbrandt
» meer vervoegingen van ontbranden
he/she/it lights
hij/zij/het steekt aan
» meer vervoegingen van aansteken
he/she/it lights
hij/zij/het stookt
» meer vervoegingen van stoken
he/she/it lights
hij/zij/het licht voor
» meer vervoegingen van voorlichten
he/she/it lights
hij/zij/het steekt af
» meer vervoegingen van afsteken
he/she/it lights
hij/zij/het stijgt af
» meer vervoegingen van afstijgen
lichten
verlichten
he/she/it lights
hij/zij/het schijnt
» meer vervoegingen van schijnen
aanmaken
he/she/it lights
hij/zij/het steekt aan
» meer vervoegingen van aansteken
he/she/it lights
hij/zij/het licht bij
» meer vervoegingen van bijlichten
he/she/it lights
hij/zij/het illumineert
» meer vervoegingen van illumineren
he/she/it lights
hij/zij/het ontsteekt
» meer vervoegingen van ontsteken
Voorbeelden in zinsverband
Could you turn off the lights?
Kan je het licht uitdoen?
He goes to sleep with the lights left on.
Hij gaat slapen met het licht aan.
All of a sudden, the lights went out.
Plots gingen de lichten uit.
We could see the lights of the town in the distance.
We konden de lichten van de stad in de verte zien.