Betekenis van:
exercise

exercise
Zelfstandig naamwoord
  • het aankweken van vaardigheid of kennis door geregelde herhaling
  • the activity of exerting your muscles in various ways to keep fit
"the doctor recommended regular exercise"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

exercise
Zelfstandig naamwoord
  • het gebruiken van iets
  • the act of using

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

exercise
Zelfstandig naamwoord
  • opdracht om het geleerde te oefenen
  • systematic training by multiple repetitions

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

exercise
Zelfstandig naamwoord
  • het aanwenden; gebruik; het gebruiken, wijze van gebruiken
  • the act of using

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

exercise
Zelfstandig naamwoord
    • (usually plural) a ceremony that involves processions and speeches
    "academic exercises"

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    exercise
    Zelfstandig naamwoord
    • utilisatie
    • the act of using

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    exercise
    Zelfstandig naamwoord
    • opgave, opgaaf, vraag, opdracht
    • a task performed or problem solved in order to develop skill or understanding

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    exercise
    Zelfstandig naamwoord
    • bestemming
    • the act of using

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    exercise
    Zelfstandig naamwoord
    • exempel
    • a task performed or problem solved in order to develop skill or understanding

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to exercise
    Werkwoord
    • met anderen meewerken
    • give a workout to
    "Some parents exercise their infants"
    "this puzzle will exercise your mind"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • trainen; hardlopen voor je conditie
    • do physical exercise

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • zich actief bezighouden met
    • carry out or practice; as of jobs and professions

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • in praktijk brengen
    • carry out or practice; as of jobs and professions

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • trainen, africhten
    • do physical exercise

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • sparren
    • do physical exercise

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • trainen
    • do physical exercise

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • uitoefenen, oefenen
    • put to use

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to exercise
    Werkwoord
    • trainen
    • do physical exercise

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to exercise
    Werkwoord
    • praktizeren
    • learn by repetition

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to exercise
    Werkwoord
    • instuderen
    • learn by repetition

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. We exercise.
    2. Exercise outdoors.
    3. You should exercise.
    4. Exercise trains the muscles.
    5. Swimming is good exercise.
    6. Go exercise outside.
    7. Exercise every day.
    8. Exercise improves health.
    9. I exercise my rights.
    10. It needs exercise.
    11. Running is good exercise.
    12. You should do exercise.
    13. I have to exercise.
    14. Walking is good exercise.
    15. You should exercise more.