Betekenis van:
fag

to fag
Werkwoord
  • doen slijten
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • afmatten
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • door voortdurende wrijving of voortdurend gebruik minder worden in massa, sterkte of bruikbaarheid
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • zwaar werk verrichten
  • work hard

Synoniemen

Hyperoniemen

to fag
Werkwoord
  • afslijten
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • afslijten
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • slijten
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
  • afpeigeren, afsloven, afbeulen
  • exhaust or get tired through overuse or great strain or stress

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to fag
Werkwoord
    • act as a servant for older boys, in British public schools

    Hyperoniemen

    to fag
    Werkwoord
    • beulen, ploeteren, sappelen, sloven, ploegen
    • work hard

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to fag
    Werkwoord
    • afsjouwen
    • work hard

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • denigrerende term voor een homoseksuele man.
    • offensive term for an openly homosexual man

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • strohalm; zelfgedraaide sigaret
    • finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • homoseksueel die rellen niet uit de weg gaat
    • offensive term for an openly homosexual man

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • in papier gerolde tabak als genotsmiddel; sigaret
    • finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • bepaalde oosterse deegwaren
    • finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • flikker, Utrechtenaar, holtor, reetkever, poot
    • offensive term for an openly homosexual man

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    fag
    Zelfstandig naamwoord
    • ruigpoot
    • offensive term for an openly homosexual man

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Can I scrounge a fag?