Betekenis van:
grownup

grownup
Bijvoeglijk naamwoord
  • geestelijk en lichamelijk volgroeid, met kenmerken daarvan
  • (of animals) fully developed

Synoniemen

Hyperoniemen

grownup
Bijvoeglijk naamwoord
  • voljarig
  • (of animals) fully developed

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. When children play, they often make believe they are grownup.
  2. Now that I'm a grownup, I think otherwise.