Betekenis van:
sharpness

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • scherp verstand
  • a quick and penetrating intelligence

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • scherpzinnigheid
  • a quick and penetrating intelligence

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • precisie
  • the quality of being sharp and clear

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • duidelijkheid
  • the quality of being sharp and clear

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • het gewiekst zijn
  • harshness of manner

Synoniemen

Hyperoniemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • strengheid
  • harshness of manner

Synoniemen

Hyperoniemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
  • mate van scherpheid
  • thinness of edge or fineness of point

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharpness
Zelfstandig naamwoord
    • the quality of being keenly and painfully felt
    "the sharpness of her loss"

    Hyperoniemen

    sharpness
    Zelfstandig naamwoord
    • knauw
    • a strong odor or taste property
    "the sharpness of strange spices"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    sharpness
    Zelfstandig naamwoord
    • aviditeit, happigheid, felheid, guurheid, schelheid
    • liveliness and eagerness

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    sharpness
    Zelfstandig naamwoord
    • duidelijkheid
    • the quality of being sharp and clear

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    sharpness
    Zelfstandig naamwoord
    • scherpte
    • the quality of being sharp and clear

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    sharpness
    Zelfstandig naamwoord
      • the attribute of urgency in tone of voice

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      sharpness
      Zelfstandig naamwoord
        • a quick and penetrating intelligence

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen


        Voorbeeldzinnen

        1. His mind had lost its sharpness.
        2. Bernard of Chartres used to say that we are like dwarfs on the shoulders of giants, so that we can see more than they, and things at a greater distance, not by virtue of any sharpness of sight on our part, or any physical distinction, but because we are carried high and raised up by their giant size.
        3. Assembly for cathode-ray tubes with 2 or more but not more than 6 coils, a plastic support and a metal fixing ring, for the adjustment of display sharpness and/or convergence