Betekenis van:
spit
to spit
Werkwoord
- expel or eject (saliva or phlegm or sputum) from the mouth
Synoniemen
Hyperoniemen
to spit
Werkwoord
Synoniemen
Hyperoniemen
to spit
Werkwoord
- utter with anger or contempt
Synoniemen
Hyperoniemen
to spit
Werkwoord
Synoniemen
Hyperoniemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- the act of spitting (forcefully expelling saliva)
Synoniemen
Hyperoniemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- the act of spitting (forcefully expelling saliva)
Synoniemen
Hyperoniemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- a skewer for holding meat over a fire
Hyperoniemen
Hyponiemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- a narrow strip of land that juts out into the sea
Synoniemen
Hyperoniemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- a clear liquid secreted into the mouth by the salivary glands and mucous glands of the mouth; moistens the mouth and starts the digestion of starches
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- koekoeksspeeksel, koekoeksspog
- a clear liquid secreted into the mouth by the salivary glands and mucous glands of the mouth; moistens the mouth and starts the digestion of starches
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- speeksel, jodenlijm, spuug, zever
- a clear liquid secreted into the mouth by the salivary glands and mucous glands of the mouth; moistens the mouth and starts the digestion of starches
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
spit
Zelfstandig naamwoord
- the act of spitting (forcefully expelling saliva)
Synoniemen
Hyperoniemen