Betekenis van:
gereed

gereed
Bijvoeglijk naamwoord
  • als predicaat: voor gebruik klaar gemaakt
"Is de bagage gereed om in de auto gezet te worden?"
gereed
Bijvoeglijk naamwoord
  • geschikt voor het gebruik of voor actie
"gerede ingang vinden"
"een gerede aanleiding"

Synoniemen

Hyperoniemen

gereed
Bijvoeglijk naamwoord
  • als attribuut: redelijk, serieus te nemen
"Er is gerede twijfel daarover gerezen."
gereed
Bijvoeglijk naamwoord
  • afgewerkt, voltooid

Synoniemen

Werkwoord

gereed
een vervoeging van gereedhouden
gereed
een vervoeging van gereedkomen
gereed
een vervoeging van gereedleggen
gereed
een vervoeging van gereedliggen
gereed
een vervoeging van gereedmaken
gereed
een vervoeging van gereedstaan
gereed
een vervoeging van gereedzetten
gereed
een vervoeging van reden

Voorbeeldzinnen

  1. Trein gereed voor vertrek
  2. gereed voor het drukken
  3. Bericht „Trein gereed voor vertrek”
  4. Maak de verdampingsemissiehouder gereed voor belading.
  5. Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking
  6. Wijzigingen in voorraden van gereed product en onderhanden werk [2]
  7. Wijzigingen in voorraden gereed product en onderhanden werk
  8. + Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk
  9. Wijziging in voorraden gereed product en goederen in bewerking
  10. +/- Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk
  11. Deze waardebepaling was gereed op 30 september 1992.
  12. de aanduiding „Trein gereed voor vertrek”, hetgeen wil zeggen dat de voorbereidingen voltooid zijn en de trein gereed is voor het vertrek;
  13. Brandbestrijdingsinstallaties en -middelen moeten goed worden onderhouden en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.
  14. Op iedere vergadering wordt een presentielijst gereed gelegd ter ondertekening door de leden.
  15. De database voor de opslag van pad/treingegevens is thans gereed.