Betekenis van:
kweek

kweek
Zelfstandig naamwoord
  • het kweken, het gekweekte
"Hij houdt zich bezig met de kweek van cichliden."
kweek (de ~ | meervoud kweken)
Zelfstandig naamwoord
  • kweek van bacteriën; bacteriecultuur
"op een kweek(je) [zetten/staan]"
"een kweekje maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

kweek (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaald onkruid

Hyperoniemen

kweek
Zelfstandig naamwoord
  • / een grassoort die in de tuin een lastig uit te roeien onkruid is
kweek (de ~ | meervoud kweken)
Zelfstandig naamwoord
  • het kweken; teelt van gewassen; het telen; het kweken; teelt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Aantal kweek- en mestbedrijven
  2. Kweek- of mestbedrijf van bestemming
  3. Kweek- of mestbedrijf van bestemming
  4. Kweek- of mestbedrijf van bestemming …
  5. Kweek- of mestbedrijf: overheveling naar/oogst
  6. Maatregelen inzake de kweek- en de mestcapaciteit
  7. Levende vis voor kweek-, opkweek- en uitzetdoeleinden
  8. B Fok in gevangenschap of kunstmatige kweek
  9. Geïnspecteerd vaartuig/kweek- of mestbedrijf/tonnara
  10. Levende weekdieren voor kweek-, opkweek- en uitzetdoeleinden
  11. zendingen van levende vis, bestemd voor de kweek;
  12. gegevens over de kweek- of mestbedrijven van bestemming.
  13. schorsing of schrapping uit het register van kweek- en mestbedrijven;
  14. voor een bacteriologische test (kweek/isolering) 7 EUR per test;
  15. De kweek in op roosters aangebrachte zakken is toegestaan.