Betekenis van:
slordigheid

slordigheid
Zelfstandig naamwoord
  • het slordig zijn
"Verwijtbare slordigheid."
slordigheid (de ~ | meervoud slordigheden)
Zelfstandig naamwoord
  • achteloosheid; verwaarlozing; gemakzucht; het niet genoeg aandacht besteden; gebrek aan interesse; gebrek aan zorgvuldigheid; nalatigheid

Synoniemen

Hyperoniemen