Betekenis van:
zorgeloosheid
zorgeloosheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- achteloosheid; verwaarlozing; gemakzucht; het niet genoeg aandacht besteden; gebrek aan interesse; gebrek aan zorgvuldigheid; nalatigheid
"Door jouw zorgeloosheid is onze administratie nu een puinhoop."
Synoniemen
- nonchalance
- onachtzaamheid
- indifferentisme
- laksheid
- nalatigheid
- onoplettendheid
- onverschilligheid
- slordigheid
- veronachtzaming
Hyperoniemen
zorgeloosheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- onbezorgdheid
"De zorgeloosheid van jonge kinderen."
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Haar zorgeloosheid leidde tot een ongeluk.