Betekenis van:
zorgeloosheid

zorgeloosheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • achteloosheid; verwaarlozing; gemakzucht; het niet genoeg aandacht besteden; gebrek aan interesse; gebrek aan zorgvuldigheid; nalatigheid
"Door jouw zorgeloosheid is onze administratie nu een puinhoop."

Synoniemen

Hyperoniemen

zorgeloosheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • onbezorgdheid
"De zorgeloosheid van jonge kinderen."

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Haar zorgeloosheid leidde tot een ongeluk.