Vertaling van über

Inhoud:

Duits
Nederlands
betreffend, über, von, wegen, vor, an {vz.}
aan 
aangaande
betreffende 
met 
over 
van 
in 
jenseits, quer, über, hinüber, um {vz.}
aan de overkant van
over 
overheen
over ... heen
anläßlich, halber, um ... willen, wegen, um, durch, über {vz.}
door 
uit 
vanwege
voor 
wegens
met 
om
oberhalb, über {vz.}
aan 
boven 
over 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Alle lachten über ihn.

Iedereen lachte hem uit.

Sie sprachen über Liebe.

Ze spraken over liefde.

Er wohnt über mir.

Hij woont boven mij.

Nur über meine Leiche!

Over m'n lijk!

Über wen redest du?

Over wie heb je het?

Er weiß viel über Tiere.

Hij weet veel over dieren.

Das Buch handelt über China.

Dit boek gaat over China.

Tom ging über die Straße.

Tom stak de straat over.

Klagt Tom oft über Rückenschmerzen?

Klaagt Tom vaak over rugpijn?

Ich weiß nichts über ihn.

Ik weet niets over hem.

Sie lachten über seinen Fehler.

Zij lachten over zijn fout.

Was weißt du über Tom?

Wat weet je over Tom?

Was denkst du über ihn?

Wat denk jij van hem?

Er weiß viel über Schmetterlinge.

Hij weet veel over vlinders.

Faber schrieb Bücher über Insekten.

Faber schreef boeken over insecten.


Gerelateerd aan über

betreffend - von - wegen - vor - an - jenseits - quer - hinüber - um - anläßlich - halber - um ... willen - durch - oberhalb