Vertaling van consecrated

Inhoud:

Engels
Nederlands
consecrated, sacred, sanctified {bn.}
geheiligd
sacrosanct
heilig
sacraal
gewijd
to consecrate {ww.}
inzegenen
zegenen 
inwijden
wijden
consecreren
consacreren

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik zegende in
jij zegende in
hij/zij/het zegende in
» meer vervoegingen van inzegenen

to commit, to consecrate, to dedicate, to devote, to give {ww.}
wijden

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik wijdde
jij wijdde
hij/zij/het wijdde
» meer vervoegingen van wijden

to bless, to consecrate, to hallow, to sanctify {ww.}
sanctificeren
zegenen
sacreren
sanctifiëren
sacraliseren
heiligen
consecreren
consacreren
wijden

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik sanctificeerde
jij sanctificeerde
hij/zij/het sanctificeerde
» meer vervoegingen van sanctificeren

to commit, to consecrate, to dedicate, to devote, to give {ww.}
aanbevelen
bevelen
toevertrouwen

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik beval aan
jij beval aan
hij/zij/het beval aan
» meer vervoegingen van aanbevelen

to commit, to consecrate, to dedicate, to devote, to give {ww.}
wijden

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik wijdde
jij wijdde
hij/zij/het wijdde
» meer vervoegingen van wijden

to commit, to consecrate, to dedicate, to devote, to give {ww.}
bekleden

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik bekleedde
jij bekleedde
hij/zij/het bekleedde
» meer vervoegingen van bekleden

to commit, to consecrate, to dedicate, to devote, to give {ww.}
geven
inzetten

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik gaf
jij gaf
hij/zij/het gaf
» meer vervoegingen van geven

Cows give milk.
Koeien geven melk.
They give nothing.
Zij geven niets.
to consecrate, to ordain, to order, to ordinate {ww.}
ordineren

I consecrated
you consecrated
he/she/it consecrated

ik ordineerde
jij ordineerde
hij/zij/het ordineerde
» meer vervoegingen van ordineren



Gerelateerd aan consecrated

sacred - sanctified - consecrate - commit - dedicate - devote - give - bless - hallow - sanctify - ordain - order - ordinatework - induct - pass on - instal - commit - exert - bless