Vertaling van construct

Inhoud:

Engels
Nederlands
to construct, to reconstruct, to retrace {ww.}
reconstrueren

I construct
you construct
we construct

ik reconstrueer
jij reconstrueert
wij reconstrueren
» meer vervoegingen van reconstrueren

to construct, to reconstruct, to retrace {ww.}
reconstrueren

I construct
you construct
we construct

ik reconstrueer
jij reconstrueert
wij reconstrueren
» meer vervoegingen van reconstrueren

to construct, to reconstruct, to retrace {ww.}
terugzoeken

I construct
you construct
we construct

ik zoek terug
jij zoekt terug
wij zoeken terug
» meer vervoegingen van terugzoeken

to build, to construct {ww.}
aanleggen 
bouwen 
construeren

I construct
you construct
we construct

ik leg aan
jij legt aan
wij leggen aan
» meer vervoegingen van aanleggen

to put together, to build, to compose, to construct, to draught, to combine, to assemble {ww.}
bijeenvoegen
ineenzetten
samenstellen 

I construct
you construct
we construct

ik voeg bijeen
jij voegt bijeen
wij voegen bijeen
» meer vervoegingen van bijeenvoegen

to construct, to fabricate, to manufacture {ww.}
fabriceren

I construct
you construct
we construct

ik fabriceer
jij fabriceert
wij fabriceren
» meer vervoegingen van fabriceren

to build, to construct, to make {ww.}
leggen
aanleggen

I construct
you construct
we construct

ik leg
jij legt
wij leggen
» meer vervoegingen van leggen

to build, to construct, to make {ww.}
bouwen

I construct
you construct
we construct

ik bouw
jij bouwt
wij bouwen
» meer vervoegingen van bouwen

His plan is to build a bridge over that river.
Zijn plan is, een brug over die rivier te bouwen.
Our company is planning to build a new chemical plant in Russia.
Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
to build, to construct, to make {ww.}
bebouwen

I construct
you construct
we construct

ik bebouw
jij bebouwt
wij bebouwen
» meer vervoegingen van bebouwen

to build, to construct, to make {ww.}
timmeren

I construct
you construct
we construct

ik timmer
jij timmert
wij timmeren
» meer vervoegingen van timmeren

to build, to construct, to make {ww.}
metselen

I construct
you construct
we construct

ik metsel
jij metselt
wij metselen
» meer vervoegingen van metselen

concept, conception, construct {zn.}
begrip [o] (het ~)
To him, hunger was an abstract concept; he always had enough to eat.
Honger was voor hem een abstract begrip; hij had altijd genoeg te eten.
concept, conception, construct {zn.}
concept [o] (het ~)
concept, conception, construct {zn.}
voorstelling [v] (de ~)
beeld [o] (het ~)
plaatje [o] (het ~)


Gerelateerd aan construct

reconstruct - retrace - build - put together - compose - draught - combine - assemble - fabricate - manufacture - make - concept - conceptionfigure out - build - look for - cater - idea