Vertaling van conveying

Inhoud:

Engels
Nederlands
to inform, to let know, to acquaint, to announce, to apprise, to convey, to notify, to tell, to advise {ww.}
verwittigen 
mededelen 
in kennis stellen
meedelen
aankondigen 
to bring, to convey, to supply {ww.}
toevoeren
aanvoeren
to convey, to hand, to hand over, to pass, to assign, to deliver, to transmit, to transfer {ww.}
aangeven 
toereiken
overgeven 
overbrengen
afdragen 
aanreiken 
Excuse me, could you pass me the sugar?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
to bring, to convey, to fetch, to get {ww.}
brengen
Wars bring scars.
Oorlogen brengen littekens.
I'll bring one more towel.
Ik zal nog een handdoek brengen.
to bring, to convey, to fetch, to get {ww.}
halen
Go and fetch Tom.
Ga Tom halen.
Go get coffee.
Ga koffie halen.
to convey {ww.}
overbrengen
to convey {ww.}
ventileren
aanduiden
luchten
uitdrukken
to carry, to convey, to express {ww.}
uitdrukken
uitknijpen
I don't like it when mathematicians who know much more than I do can't express themselves explicitly.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.


Gerelateerd aan conveying

inform - let know - acquaint - announce - apprise - convey - notify - tell - advise - bring - supply - hand - hand over - pass - assigndisplace - tell - express - reproduce - squeeze - empty