Vertaling van cycle

Inhoud:

Engels
Nederlands
to cycle, to pedal {ww.}
fietsen
wielrijden

I cycle
you cycle
we cycle

ik fiets
jij fietst
wij fietsen
» meer vervoegingen van fietsen

Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
They finally started to asphalt that road again. It was about time! You could only cycle zigzagging there if you didn't want your wheel to get buckled because of the…
Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van…
cycle {zn.}
kringloop [m]
cyclus  [m]
to cycle, to motorbike, to motorcycle {ww.}
brommen

I cycle
you cycle
we cycle

ik brom
jij bromt
wij brommen
» meer vervoegingen van brommen

to cycle {ww.}
wielrijden
wielrennen
cycle {zn.}
cyclus [m] (de ~)
cycle, oscillation {zn.}
omloop [m] (de ~)
rondgang
circulatie [v] (de ~)
roulatie [v] (de ~)
kringloopproces
cyclus [m] (de ~)
kringloop [m] (de ~)
bicycle, bike, cycle, wheel {zn.}
fiets  [m] (de ~)
stalen ros
velo
zwijntje [o]
tweewieler [m]
rijwiel [o] (het ~)
My bike is stolen.
Mijn fiets is gestolen.
Is this your bike?
Is dit jouw fiets?
cycle, oscillation {zn.}
periode
cycle {zn.}
cyclus [m] (de ~)
bicycle, bike, cycle {zn.}
tweewieler [m] (de ~)
fiets  [m] (de ~)
rijwiel [o] (het ~)
zwijntje [o]
velo
stalen ros
to bicycle, to bike, to cycle, to pedal, to wheel {ww.}
fietsen
trappen
peddelen
pedaleren
paddelen

I cycle
you cycle
we cycle

ik fiets
jij fietst
wij fietsen
» meer vervoegingen van fietsen

I must ride a bicycle.
Ik moet fietsen.
That girl isn't able to ride a bicycle.
Dat meisje kan niet fietsen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I cycle to work.

Ik ga met de fiets naar het werk.

My menstrual cycle is irregular.

Mijn menstruatiecyclus is onregelmatig.

Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.

Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.

They finally started to asphalt that road again. It was about time! You could only cycle zigzagging there if you didn't want your wheel to get buckled because of the holes in the road surface.

Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.


Gerelateerd aan cycle

synoniemen

pedal - motorbike - motorcycle - oscillation - bicycle - bike - wheel

verwante termen

ride - race - bicycle - series - physical process - vehicle - passage - string - piece of work - frame