Vertaling van facing

Inhoud:

Engels
Nederlands
facing, lining {zn.}
voeringstof
facing, veneer {zn.}
oevervoorziening
oeververdediging
facing, lining {zn.}
binnenwerk [o] (het ~)
facing {zn.}
vezelvlies
vlieseline [m] (de ~)
facing {zn.}
beleg [o] (het ~)
to confront, to face {ww.}
het hoofd bieden

I am facing

to cover, to overlay, to lag, to plate, to protect, to face, to coat, to back {ww.}
bekleden 
overtrekken

I am facing

to confront, to face, to abut, to address {ww.}
het hoofd bieden

I am facing

cladding, facing {zn.}
blindering
cladding, facing {zn.}
beschoeiing [v] (de ~)
schoeiing
cladding, facing {zn.}
blindering
cladding, facing {zn.}
wandbekleding [v] (de ~)
to confront, to face {ww.}
blinderen

I am facing

to confront, to face {ww.}
confronteren

I am facing

to confront, to face {ww.}
beschoeien

I am facing



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'd like a room facing the garden.

Ik wil graag een kamer met uitzicht op de tuin.

The half of the earth facing away from the sun is always dark.

De helft van de aarde die niet naar de zon is gekeerd is altijd donker.


Gerelateerd aan facing

lining - veneer - confront - face - cover - overlay - lag - plate - protect - coat - back - abut - address - claddingcloth - protection - work - liner - block - fence - covering - raw material - show - protect