Vertaling van fray

Inhoud:

Engels
Nederlands
battle, scuffle, struggle, action, fight, clash, combat, fray {zn.}
strijd 
gevecht 
veldslag 
treffen 
slag  [m]
kamp
They lost the battle.
Ze hebben het gevecht verloren.
The fight continues!
De strijd gaat verder!
to chafe, to fray, to fret, to rub, to scratch {ww.}
vezelen

I fray
you fray
we fray

ik vezel
jij vezelt
wij vezelen
» meer vervoegingen van vezelen

to chafe, to fray, to fret, to rub, to scratch {ww.}
aanlopen
oplopen

I fray
you fray
we fray

ik loop aan
jij loopt aan
wij lopen aan
» meer vervoegingen van aanlopen

affray, disturbance, fray, ruffle {zn.}
geharrewar [o] (het ~)
gekrakeel [o] (het ~)
gehakketak
gekibbel [o] (het ~)
kibbelpartij
affray, disturbance, fray, ruffle {zn.}
krakeel [o] (het ~)
affray, disturbance, fray, ruffle {zn.}
rimpeling [v] (de ~)
rimpel
affray, disturbance, fray, ruffle {zn.}
opstootje [o] (het ~)
relletje


Gerelateerd aan fray

battle - scuffle - struggle - action - fight - clash - combat - chafe - fret - rub - scratch - affray - disturbance - ruffleapply - touch - arguing - moving ridge - commotion