Vertaling van grasp

Inhoud:

Engels
Nederlands
to grasp, to grab, to seize, to snatch {ww.}
grijpen
vatten 
beetpakken 

I grasp
you grasp
we grasp

ik grijp
jij grijpt
wij grijpen
» meer vervoegingen van grijpen

to grasp {ww.}
doorkrijgen

I grasp
you grasp
we grasp

ik krijg door
jij krijgt door
wij krijgen door
» meer vervoegingen van doorkrijgen

grasp, insight, savvy, intellect {zn.}
inzicht
kennis
verstand
grasp, seizing, seizure {zn.}
greep
grasp {zn.}
vat  [o]
inname
slag  [m]
greep
to clutch, to grab, to grasp, to grip, to seize, to nab, to snatch {ww.}
vastgrijpen
grijpen
aangrijpen 
bemachtigen 

I grasp
you grasp
we grasp

ik grijp vast
jij grijpt vast
wij grijpen vast
» meer vervoegingen van vastgrijpen

to clutch, to grapple, to grasp {ww.}
pakken
beetpakken 
beetnemen 

I grasp
you grasp
we grasp

ik pak
jij pakt
wij pakken
» meer vervoegingen van pakken

to apprehend, to compass, to comprehend, to dig, to get the picture, to grasp, to grok, to savvy {ww.}
aanvatten

I grasp
you grasp
we grasp

ik vat aan
jij vat aan
wij vatten aan
» meer vervoegingen van aanvatten



Gerelateerd aan grasp

grab - seize - snatch - insight - savvy - intellect - seizing - seizure - clutch - grip - nab - grapple - apprehend - compass - comprehendapply