Vertaling van mend

Inhoud:

Engels
Nederlands
to mend, to patch, to patch up {ww.}
verstellen
stoppen 
oplappen
lappen
flikken
boeten

I mend
you mend
we mend

ik verstel
jij verstelt
wij verstellen
» meer vervoegingen van verstellen

to fix, to repair, to mend {ww.}
repareren
herstellen 
verstellen
verhelpen
maken 

I mend
you mend
we mend

ik repareer
jij repareert
wij repareren
» meer vervoegingen van repareren

I cannot fix the computer.
Ik kan de computer niet repareren.
We fix all kinds of clocks here.
We repareren allerlei soorten klokken hier.
to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
lappen
verstellen

I mend
you mend
we mend

ik lap
jij lapt
wij lappen
» meer vervoegingen van lappen

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
boeten

I mend
you mend
we mend

ik boet
jij boet
wij boeten
» meer vervoegingen van boeten

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
vijlen
dokteren

I mend
you mend
we mend

ik vijl
jij vijlt
wij vijlen
» meer vervoegingen van vijlen

to heal, to mend {ww.}
helen
genezen

I mend
you mend
we mend

ik heel
jij heelt
wij helen
» meer vervoegingen van helen

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
redresseren
repareren
herstellen
maken

I mend
you mend
we mend

ik redresseer
jij redresseert
wij redresseren
» meer vervoegingen van redresseren

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
oplappen
opknappen
opkalefateren

I mend
you mend
we mend

ik lap op
jij lapt op
wij lappen op
» meer vervoegingen van oplappen

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
lijmen

I mend
you mend
we mend

ik lijm
jij lijmt
wij lijmen
» meer vervoegingen van lijmen

fix, fixing, fixture, mend, mending, repair, reparation {zn.}
lapwerk
fix, fixing, fixture, mend, mending, repair, reparation {zn.}
redres
herstel [o] (het ~)
darn, mend, patch {zn.}
stop [m] (de ~)
fix, fixing, fixture, mend, mending, repair, reparation {zn.}
stopwerk
fix, fixing, fixture, mend, mending, repair, reparation {zn.}
reparatie [v] (de ~)
herstellingswerk [o] (het ~)


Gerelateerd aan mend

patch - patch up - fix - repair - bushel - doctor - furbish up - restore - touch on - heal - fixing - fixture - mending - reparation - darnbushel - ameliorate - convalesce - process - recoup - work - improvement - dapple - fix