Vertaling van practice of law

Inhoud:

Engels
Nederlands
to apply, to practice, to administer {ww.}
aanwenden 
doorvoeren
in toepassing brengen
toepassen

I practice
you practice
we practice

ik wend aan
jij wendt aan
wij wenden aan
» meer vervoegingen van aanwenden

law, practice of law {zn.}
wet [m] (de ~)
Everyone knows the law.
Iedereen kent de wet.
He broke the law.
Hij overtrad de wet.
law, practice of law {zn.}
rechtenstudie [v] (de ~)
law, practice of law {zn.}
spelregel [m] (de ~)
law, practice of law {zn.}
rechtsgeleerdheid [v] (de ~)
rechtswetenschap [v] (de ~)
to practice, to practise, to rehearse {ww.}
zwemslag
to practice, to practise, to rehearse {ww.}
droogzwemmen

I practice
you practice
we practice

ik zwem droog
jij zwemt droog
wij zwemmen droog
» meer vervoegingen van droogzwemmen

to practice, to practise, to rehearse {ww.}
repeteren

I practice
you practice
we practice

ik repeteer
jij repeteert
wij repeteren
» meer vervoegingen van repeteren

to apply, to practice, to use {ww.}
toegepast
toepassen

I practice
you practice
we practice

ik pas toe
jij past toe
wij passen toe
» meer vervoegingen van toepassen

to do, to exercise, to practice, to practise {ww.}
praktizeren
drijven
uitoefenen

I practice
you practice
we practice

ik praktizeer
jij praktizeert
wij praktizeren
» meer vervoegingen van praktizeren

to drill, to exercise, to practice, to practise {ww.}
instuderen

I practice
you practice
we practice

ik studeer in
jij studeert in
wij studeren in
» meer vervoegingen van instuderen

to drill, to exercise, to practice, to practise {ww.}
praktizeren

I practice
you practice
we practice

ik praktizeer
jij praktizeert
wij praktizeren
» meer vervoegingen van praktizeren

to do, to exercise, to practice, to practise {ww.}
beoefenen

I practice
you practice
we practice

ik beoefen
jij beoefent
wij beoefenen
» meer vervoegingen van beoefenen



Gerelateerd aan practice of law

apply - practice - administer - law - practise - rehearse - use - do - exercise - drillregulation - study - prescript - science - stroke - work - drill - apply - do - acquire - fulfil