Vertaling van will

Inhoud:

Engels
Nederlands
will, willingness, wish {zn.}
wil 
zin  [m]
His wish is to go to America.
Hij wil naar Amerika gaan.
Will you marry me?
Wil je met me trouwen?
to will {ww.}
willen

I will
you will
we will

ik wil
jij wil
wij willen
» meer vervoegingen van willen

to will {ww.}
zullen
willen

I will
you will
we will

ik zal
jij zult
wij zullen
» meer vervoegingen van zullen

Tulips will bloom soon.
Tulpen zullen snel bloeien.
Traitors will be deported.
Verraders zullen gedeporteerd worden.
to will {ww.}
zullen

I will
you will
we will

ik zal
jij zult
wij zullen
» meer vervoegingen van zullen

They will never agree.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Forever we will change, forever we will learn.
Altijd zullen we veranderen, altijd zullen we leren.
to will {ww.}
moeten

I will
you will
we will

ik moet
jij moet
wij moeten
» meer vervoegingen van moeten

testament, will {zn.}
testament
verbond
uiterste wil
wilsbeschikking [v]
He died without having made a will.
Hij stierf zonder een testament opgesteld te hebben.
to bequeath, to leave, to will {ww.}
legateren
legeren
vermaken

I will
you will
we will

ik legateer
jij legateert
wij legateren
» meer vervoegingen van legateren

to bequeath, to leave, to will {ww.}
achterlaten
laten
nalaten

I will
you will
we will

ik laat achter
jij laat achter
wij laten achter
» meer vervoegingen van achterlaten

testament, will {zn.}
testament [o] (het ~)
volition, will {zn.}
wil [m] (de ~)
Will you telephone for me?
Wil je voor mij bellen?
Where there's a will there's a way.
Waar een wil is, is een weg.
testament, will {zn.}
testament [o] (het ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I will.

Ik zal het doen.

He will come soon.

Hij komt snel.

Will he come tomorrow?

Komt hij morgen?

Nobody will believe that.

Niemand gelooft dat.

What will we become?

Wat gaan we worden?

She will come soon.

Ze zal straks komen.

I will stay there.

Ik zal daar blijven.

Which team will win?

Welk team zal winnen?

That will do.

Dat volstaat.

Will it rain tomorrow?

Gaat het morgen regenen?

It will be cloudy.

Het gaat bewolkt zijn.

I will warn him.

Ik zal hem waarschuwen.

Tulips will bloom soon.

Tulpen zullen snel bloeien.

I will become angry.

Ik zal boos worden.

Will the police come?

Zal de politie komen?


Gerelateerd aan will

willingness - wish - testament - bequeath - leave - volitioncapable - be - appear - bequeath - leave behind - piece of writing - ability - document