Vertaling van van
Inhoud:
Nederlands
Deens
aan, aangaande, betreffende, met, over, van, in {vz.}
af
om
over
til
vid
om
over
til
vid
aan, sedert, sinds, van, vanaf, door, met ingang van {vz.}
af
for
om
siden
for
om
siden
uit, van, op {vz.}
af
ud
ud
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Deens
Ze houdt van Tom, niet van mij.
Hun elsker Tom, ikke mig.
Ik hou van reizen.
Jeg kan lide at rejse.
Hou je van me?
Elsker du mig?
Ik hou van honden.
Jeg kan lide hunde.
Ze houdt van Tom.
Hun elsker Tom.
Bierflesjes zijn van glas.
Ølflasker er lavet af glas.
Ze bloosde van schaamte.
Hun rødmede af skam.
Ik hou van jou!
Jeg elsker dig!
Hou je van muziek?
Holder du af musik?
Hou je van muziek?
Elsker du musik?
Ik hou van haar en zij houdt van mij.
Jeg elsker hende og hun elsker mig.
Vandaag is het verjaardag van een van mijn vrienden.
I dag er det en af mine venners fødselsdag.
Ik hou van honden en mijn zus houdt van katten.
Jeg kan lide hunde og min søster kan lide katte.
De schoenen zijn van leer.
Skoene er lavet af læder.
Het is van mijn broer.
Det er min brors.