Vertaling van <ruit ?figuur?>

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
, ruit {zn.}

ruit {zn.}
schudden, opwinden, opstoken, opruien, ophitsen, agiteren {ww.}
schudden
opwinden
opstoken
opruien
ophitsen
agiteren {ww.}

ik agiteer
jij agiteert
hij/zij/het agiteert

ik schud
jij schudt
hij/zij/het schudt
» meer vervoegingen van schudden

Laten we handen schudden.
Laten we handen schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
ruien {ww.}
ruien {ww.}

hij/zij/het ruit
zij ruien

hij/zij/het ruit
zij ruien
» meer vervoegingen van ruien

verharen, ruien {ww.}
verharen
ruien {ww.}

hij/zij/het ruit
zij ruien
ik verhaar

hij/zij/het verhaart
zij verharen
ik verhaar
» meer vervoegingen van verharen

opzetten, opruiend, opruien, ophitsen, aanstoken, aanhitsen, opstoken {ww.}
opzetten
opruiend
opruien
ophitsen
aanstoken
aanhitsen
opstoken {ww.}

ik hits aan
jij hitst aan
hij/zij/het hitst aan

ik zet op
jij zet op
hij/zij/het zet op
» meer vervoegingen van opzetten

Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.
Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.
Misschien moet jij dan een mondkapje opzetten.
Misschien moet jij dan een mondkapje opzetten.


Gerelateerd aan <ruit ?figuur?>

ruit - schudden - opwinden - opstoken - opruien - ophitsen - agiteren - ruien - verharen - opzetten - opruiend - aanstoken - aanhitsenachteruitgaan - aansporen