Vertaling van aanpakken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
aanpakken, ontzetten, ontstellen, onthutsen, aangrijpen, schokken {ww.}
aanpakken
ontzetten
ontstellen
onthutsen
aangrijpen
schokken {ww.}

ik zal aangrijpen
ik zou aangrijpen
jij zult aangrijpen

ik zal aanpakken
ik zou aanpakken
jij zult aanpakken
» meer vervoegingen van aanpakken

Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest…
Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest…
beginnen met, aanpakken, toetreden, aan komen lopen {ww.}
beginnen met
aanpakken
toetreden
aan komen lopen {ww.}

ik zal aanpakken
ik zou aanpakken
jij zult aanpakken

ik zal aanpakken
ik zou aanpakken
jij zult aanpakken
» meer vervoegingen van aanpakken

Laten we beginnen met die vraag.
Laten we beginnen met die vraag.
Mag ik nu beginnen met eten?
Mag ik nu beginnen met eten?
gaan naar, aanpakken, benaderen, naderen, genaken {ww.}
gaan naar
aanpakken
benaderen
naderen
genaken {ww.}

ik zal aanpakken
jij zult aanpakken
hij/zij/het zal aanpakken

ik zal aanpakken
jij zult aanpakken
hij/zij/het zal aanpakken
» meer vervoegingen van aanpakken

We gaan naar de bioscoop.
We gaan naar de bioscoop.
Alle kinderen gaan naar school in Japan.
Alle kinderen gaan naar school in Japan.
aanpakken, aannemen, aanvatten, aangrijpen {ww.}
aanpakken
aannemen
aanvatten
aangrijpen {ww.}

ik zal aangrijpen
ik zou aangrijpen
jij zult aangrijpen

ik zal aanpakken
ik zou aanpakken
jij zult aanpakken
» meer vervoegingen van aanpakken

aanpakken, aanleggen, aanvatten {ww.}
aanpakken
aanleggen
aanvatten {ww.}

ik zal aanleggen
jij zult aanleggen
hij/zij/het zal aanleggen

ik zal aanpakken
jij zult aanpakken
hij/zij/het zal aanpakken
» meer vervoegingen van aanpakken

straffen, aanpakken, bestraffen {ww.}
straffen
aanpakken
bestraffen {ww.}

ik zal aanpakken
ik zou aanpakken
jij zult aanpakken

ik zal straffen
ik zou straffen
jij zult straffen
» meer vervoegingen van straffen

We zullen je straffen in de naam van de Maan!
We zullen je straffen in de naam van de Maan!
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.