Vertaling van aard
aard
geaardheid {zn.}
wezen
karakter
aard
geaardheid {zn.}
aard
slag {zn.}
aarden {ww.}
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
» meer vervoegingen van aarden
wennen
aarden {ww.}
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
ik wen
jij went
hij/zij/het went
» meer vervoegingen van wennen
wezen
karakter
aard
inborst
gestel
geaardheid {zn.}
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
» meer vervoegingen van aarden
geaard {ww.}
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
» meer vervoegingen van aarden
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
ik aard
jij aardt
hij/zij/het aardt
» meer vervoegingen van aarden
Voorbeelden in zinsverband
Het is moeilijk je aard te veranderen
Het is moeilijk je aard te veranderen
Het ligt misschien niet in je aard, maar je zou tenminste een beetje beleefd kunnen zijn.
Het ligt misschien niet in je aard, maar je zou tenminste een beetje beleefd kunnen zijn.