Vertaling van attaqueren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
attaqueren, tackelen, aantasten, aanvallen, aangrijpen {ww.}
attaqueren
tackelen
aantasten
aanvallen
aangrijpen {ww.}
tackelen
aantasten
aanvallen
aangrijpen {ww.}
ik grijp aan
jij grijpt aan
hij/zij/het grijpt aan
ik attaqueer
jij attaqueert
hij/zij/het attaqueert
» meer vervoegingen van attaqueren
storten, aanvallen, attaqueren {ww.}
storten
aanvallen
attaqueren {ww.}
aanvallen
attaqueren {ww.}
ik val aan
jij valt aan
hij/zij/het valt aan
ik stort
jij stort
hij/zij/het stort
» meer vervoegingen van storten
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen
Degenen die Jupiter in het verderf wil storten, ontneemt hij eerst hun zinnen