Vertaling van barsten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
barsten, splijten, scheuren {ww.}
barsten
splijten
scheuren {ww.}

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst
» meer vervoegingen van barsten

In de winter barsten onze lippen.
In de winter barsten onze lippen.
barsten {ww.}
barsten {ww.}

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst
» meer vervoegingen van barsten

springen, openbarsten, barsten, openbersten, bersten, scheuren {ww.}
springen
openbarsten
barsten
openbersten
bersten
scheuren {ww.}

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst

ik spring
jij springt
hij/zij/het springt
» meer vervoegingen van springen

Ik heb de man zien springen.
Ik heb de man zien springen.
Tom pleegde zelfmoord door van een brug af te springen.
Tom pleegde zelfmoord door van een brug af te springen.
barsten, kloven, bersten {ww.}
barsten
kloven
bersten {ww.}

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst
» meer vervoegingen van barsten

barsten, bulken {ww.}
barsten
bulken {ww.}

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst

ik barst
jij barst
hij/zij/het barst
» meer vervoegingen van barsten

barst [m] (de ~), breuk, berst {zn.}
barst [m] (de ~)
breuk
berst {zn.}
Er zit een barst in het glas.
Er zit een barst in het glas.
Het kan me geen barst schelen.
Het kan me geen barst schelen.


Gerelateerd aan barsten

splijten - scheuren - springen - openbarsten - openbersten - bersten - kloven - bulken - barst - breuk - berststukgaan - hebben - scheur - breuk