Vertaling van beduiden
verklaren
toelichten
uiteenzetten
beduiden {ww.}
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik leg uit
jij legt uit
hij/zij/het legt uit
» meer vervoegingen van uitleggen
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
» meer vervoegingen van beduiden
voorspellen
voorzeggen
beduiden {ww.}
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik waarzeg
jij waarzegt
hij/zij/het waarzegt
» meer vervoegingen van waarzeggen
verklaren
verhelderen
duidelijk maken
beduiden {ww.}
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik leg uit
jij legt uit
hij/zij/het legt uit
» meer vervoegingen van uitleggen
betekenen
beduiden {ww.}
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik beteken
jij betekent
hij/zij/het betekent
» meer vervoegingen van betekenen
beduiden
omvatten
inhouden
betekenen
behelzen {ww.}
ik beduid
jij beduidt
hij/zij/het beduidt
ik zeg
jij zegt
hij/zij/het zegt
» meer vervoegingen van zeggen