Vertaling van buitenkant

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
buitenzijde [v], buitenkant [m] {zn.}
buitenzijde [v]
buitenkant [m] {zn.}
rand, randgebied, omtrek, periferie [v], cirkelomtrek [m], buitenkant [m] {zn.}
rand
randgebied
omtrek
periferie [v]
cirkelomtrek [m]
buitenkant [m] {zn.}
We stonden aan de rand van een klif.
We stonden aan de rand van een klif.
uiterlijk, aanschijn [o], buitenkant [m], aanblik [m] {zn.}
uiterlijk
aanschijn [o]
buitenkant [m]
aanblik [m] {zn.}
Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.
Mary is geobsedeerd door haar uiterlijk.
Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder.
Qua uiterlijk lijkt Dick op zijn moeder.
buitenste, buitenzijde [m] (de ~), buitenkant [m] (de ~) {zn.}
buitenste
buitenzijde [m] (de ~)
buitenkant [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan buitenkant

buitenzijde - rand - randgebied - omtrek - periferie - cirkelomtrek - uiterlijk - aanschijn - aanblik - buitenstezij